Aanvragen tot afwijking
In sommige gevallen zijn projecten niet volledig in overeenstemming met de stedenbouwkundige voorschriften die op die projecten van toepassing zijn. Het BWRO staat onder bepaalde voorwaarden toe dat er van de onderstaande regelgeving wordt afgeweken:
- BBP’s en verkavelingsvergunningen (behalve wat betreft hun “essentiële gegevens”, wat in het algemeen neerkomt op de regels voor de bestemming van de gebouwen die in de BBP’s en verkavelingsvergunningen worden vastgelegd en, in het bijzonder, elk voorschrift dat in een BBP of in een verkavelingsvergunning als wezenlijk wordt geacht);
- De gewestelijke of gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen;
- De regelgevende voorschriften van het specifieke deel van het gewestelijke mobiliteitsplan en van de regelgevende voorschriften van de algemene en specifieke bepalingen van de gemeentelijke mobiliteitsplannen (zie de ordonnantie van 26 juli 2013 tot vaststelling van een kader inzake mobiliteitsplanning en tot wijziging van sommige bepalingen die een impact hebben op het vlak van mobiliteit).
Er mag nooit zomaar van worden uitgegaan dat een afwijking wordt toegekend. De bevoegde overheid moet afwijkingen steeds uitdrukkelijk toekennen (en verantwoorden). Vandaar dat de aanvrager van de vergunning in zijn aanvraagdossier liefst zo volledig mogelijk vermeldt van welke voorschriften het project zal afwijken en toelicht om welke redenen die afwijkingen volgens hem aanvaardbaar zijn.
De aanvragen tot afwijking vormen een motief om de vergunningsaanvraag te onderwerpen aan de speciale regelen van openbaarmaking (behalve wat betreft afwijkingen van de bepalingen van de stedenbouwkundige regelgeving die geen betrekking hebben op het volume, de ligging, de vormgeving van de bouwwerken).
In principe is het de gemachtigde ambtenaar die afwijkingen toekent of weigert, ook als het gaat om vergunningsaanvragen die onder de bevoegdheid van de gemeente vallen. Voor vergunningen die onder de bevoegdheid van de gemeente vallen, wordt evenwel een uitzondering op dat principe gemaakt wanneer de overlegcommissie in het bijzijn van de vertegenwoordiger van de directie Stedenbouw van urban.brussels een unaniem gunstig advies verleent over de vergunningsaanvraag. In dat geval kent de overlegcommissie de gevraagde afwijkingen toe (of weigert ze).
Opgelet
Er kan nooit worden afgeweken van de volgende stedenbouwkundige voorschriften:
- Het GBP;
- De regelgevende voorschriften van een RPA;
- Het regelgevende deel van de algemene bepalingen van het gewestelijk mobiliteitsplan;
- De bepalingen van een BBP of van een verkavelingsvergunning wat betreft hun essentiële gegevens (zoals bestemmingen, behalve als de afwijking van de bestemming de kenmerken van het desbetreffende gebied niet in het gedrang brengt en verband houdt met een afwijking aan de ligging of het volume van de bouwwerk die werd gevraagd voor een naastliggend gebied.
Document acties